Aan de slag met het informele netwerk? Dat is geen bijzaak.
Een betrokken omgeving is vaak al aanwezig — als je bereid bent er écht ruimte voor te maken.
Het klinkt logisch: betrek de mensen uit iemands omgeving als het moeilijk gaat. Familie, vrienden, buren — ze zijn vaak al lang op de hoogte voordat professionele hulp in beeld komt, en blijven ook als die weer verdwijnt. En toch zien we dat het in de praktijk niet vanzelfsprekend is om hen écht een plek te geven.
In veel hulptrajecten wordt het netwerk erbij gezocht vanuit de logica van de professional. Het is een extra stap binnen een bestaande aanpak: wie kent deze persoon, wie doet er al iets, en wie zou eventueel nog iets kunnen betekenen? De vraag wordt dan vaak netjes gesteld, maar klinkt tussen de regels door toch als een taak: “Kun jij iets doen?” Goedbedoeld, maar het blijft een vraag van buitenaf.
Wat daardoor vaak gemist wordt? Alle mensen die nog níet in beeld zijn. Alle ideeën die onder de oppervlakte blijven. Alle verbindingen die misschien nog stil zijn, maar wél bestaan.
Wat als we het omdraaien?
Wat als we niet vertrekken vanuit de hulpverlener, maar vanuit het netwerk zelf? Vanuit de relaties die er al zijn, de betrokkenheid die vaak onzichtbaar blijft, en het vertrouwen tussen mensen — als ze de kans krijgen.
Er gebeurt iets bijzonders wanneer gewone burgers, zonder professionele pet, mensen benaderen met de eenvoudige vraag: “Wat denken jullie dat er nodig is?” Geen checklist, geen oordeel, maar gewoon een uitnodiging. Dan blijkt dat zelfs mensen die zich eerder machteloos voelden, ineens in beweging komen. Niet omdat het moet, maar omdat ze willen. Omdat ze voelen dat hun betrokkenheid er écht toe doet.
Meer dan de gebruikelijke gezichten
In de praktijk zien we vaak dat vooral netwerkleden die al iets doen, bereikt worden. Zij zijn zichtbaar, aanspreekbaar, en vaak bereid om nog iets extra te doen. Maar wie vertrekt vanuit het netwerk zélf, ontdekt veel meer. Mensen die tot dan toe afzijdig bleven, maar zich wel verbonden voelen. Mensen die misschien niet meteen met een oplossing komen, maar wel willen meedenken omdat ze voelen dat ze ertoe doen.
De sleutel ligt in persoonlijk contact. Ga langs, leg rustig uit wat er speelt, en geef ook hén de ruimte om hun verhaal te doen. Alleen zo ontstaat er wederkerigheid. Dat vraagt tijd, veel tijd. Maar het opent de deur naar vertrouwen en samenwerking. Naar plannen die niet alleen slim zijn, maar ook gedragen worden.
Het begint al voor je samenkomt
Vaak gebeurt er al iets vóór de groep samenkomt. Iemand wordt opgebeld, aangesproken, uitgenodigd. Er ontstaat iets. Ideeën borrelen op. Er komt ruimte. Maar het echte werk gebeurt wanneer mensen rond de tafel zitten en met elkaar spreken — niet óver iemand, maar mét elkaar. Dat is waar plannen ontstaan die stevig staan. Waar 1 + 1 al snel 3 wordt. Of meer.
Een netwerk uitnodigen om mee te denken en te doen, is geen bijkomstigheid. Het vraagt tijd, aandacht en vooral: vertrouwen. Niet alleen in de mensen om wie het gaat, maar ook in hun omgeving. In hun vermogen om mee te denken, te dragen, en op te vangen.
Niet voor iemand zorgen, maar met
Professionele ondersteuning blijft belangrijk. Maar wie alleen werkt vanuit zijn eigen rol, loopt het risico op zichzelf terug te vallen. Wat als we elkaar juist aanvullen? Wat als het ene initiatief ruimte maakt voor het andere — niet door hetzelfde te willen doen, maar door te erkennen dat we elk iets anders inbrengen?
Ondersteuning wordt dan geen kwestie van doen voor, maar van doen met. Samen met de mensen die ertoe doen voor iemand. Niet als invulling van een methode, maar als grondhouding: geloven dat ieder mens betekenisvolle verbindingen heeft — en dat precies die verbindingen de motor kunnen zijn van echte verandering.
Hoe Eigen Kracht Centrale deze principes in de praktijk brengt
Bij Eigen Kracht Centrale geloven we dat mensen en hun netwerken zelf tot oplossingen kunnen komen. In onze aanpak staat het versterken van die netwerken centraal, met als krachtig instrument de Eigen Kracht-conferentie: een bijeenkomst waarin de persoon zelf, samen met mensen die voor hem of haar belangrijk zijn, een plan maakt voor de toekomst. De voorbereiding van zo’n conferentie gebeurt altijd door een onafhankelijke en neutrale coördinator — geen hulpverlener, maar een vrijwilliger. Een getrainde burger die mensen één voor één opzoekt, luistert naar hun verhaal, en de ruimte creëert voor verbinding.
We nemen de tijd om alle stemmen te horen, ook die van mensen die tot dan toe afwezig leken, maar zich wel betrokken voelen. Niet omdat ze ‘moeten helpen’, maar omdat ze mee willen denken. Omdat hun betrokkenheid ertoe doet.
Zo brengen we in de praktijk wat hierboven beschreven staat: niet het netwerk erbij roepen als extra stap, maar het vertrekpunt verleggen. Niet sturen op zorg, maar op vertrouwen. Niet werken voor, maar samen met. Omdat we geloven dat duurzame verandering pas mogelijk wordt wanneer mensen zich gezien, gehoord en gedragen voelen — door de mensen die er echt toe doen.

